doetsjka.reismee.nl

Patiëntjes

Elke ochtend en avond komen Akena, John en hun moeder bij ons. Akena komt vooral voor een boterham, maar eigenlijk komen beide jongetjes voor behandeling tegen ringworm en ondervoeding. Een tijdje terug kwamen we John op straat tegen. Hij liep mank en zijn hoofd zat vol ontstoken wonden. Een van de ergere gevalletjes. Ik had geen idee wat er met het jongetje aan de hand was. Duidelijk was wel dat het kind behandeling nodig had. Moeder vertelde dat ze al met hem naar het regeringsziekenhuis was geweest, maar daar vonden de artsen de behandeling volstaan met twee Panadolletjes. We besloten met John en moeder naar een pas geopend ziekenhuis in de buurt te gaan. Moeder gaf aan dat ook het broertje mee moest omdat hij dezelfde problemen had. Dan is het alleen nog een kwestie van doen: brommer regelen, moeder wast haar voeten in een teil, wast daarna de kinderen in deze teil,kleertjes aan en gaan. Beide jongens blijken al vanaf hun geboorte ringworm te hebben. Na respectievelijk 4 en 2 jaar is deze schimmel zo uit gegroeid, dat hun lijfjes er helemaal vol mee zitten. De kringen zijn open gekrabt door de kinderen en de krab-wonden zijn gaan ontsteken. En dan zijn de rapen gaar als je in een huis van klei woont. De reden dat John niet goed kon lopen, was een voetje vol schimmel. Behandeling: antischimmelzalf en anti-biotica maar daarnaast ook een ontwormingskuur. Met name Akena is namelijk ondervoed. Zwaar ondervoed. Een dikke buik en zijn gezichtje is hartstikke opgezet. Logisch dus, dat hij bij binnenkomst steeds eerst onze tafel afspeurt en vervolgens onze keuken verkent. Moeder geeft de kinderen de medicijnen, maar door ze daarvoor naar ons huisje te laten komen, hebben we zicht op wat ze doet en óf ze het doet. Bovendien zijn het bijna onze buren… Nu, meer dan een week later, zijn de wondjes bijna genezen. De jongens hebben zelfs een knipbeurt ondergaan! Vanavond ontvangt moeder vier-enhalve euro van ons en dit zal ze gebruiken als micro-krediet. Vroeg in de ochtend zal ze naar de boeren gaan om tomaten en andere groenten op te kopen, die ze diezelfde dag huis aan huis zal proberen te verkopen. Met een beetje winst, zal ze kleine visjes en eieren voor de jongens kunnen kopen, om de ondervoeding tegen te gaan.

Vanochtend stond er een vrouw voor onze deur met een kindje dat we direct tot ons nieuwste ziekenhuispatiëntje benoemden. Veel te dun en met grote wonden op de benen. Het kindje, niet veel groter dan een pasgeboren baby, bleek 1 jaar en een maand oud te zijn. En dus sprongen we weer op een brommer, op naar het ziekenhuis. Eerst werd nog de moeder (22 jaar) opgetrommeld. Zij zou de vorige avond aan hebben geklopt bij de vrouw die het kindje, Emmanuel, bij ons bracht. De moeder komt van een heel ander dorp en is op zoek naar onderdak. De vader van het kind, een militair, heeft haar verlaten toen ze zwanger bleek te zijn. De moeder heeft nooit hulp gezocht voor haar zoontje.
In het ziekenhuis bleek dat het kind aan ernstige ondervoeding lijdt. Verder gaf moeder aan dat zowel zij als de baby HIV-positief is. De wonden op de benen van het kind komen door gebrek aan vitaminen. Het kindje lijdt verder aan ernstige bloedarmoede; om te overleven is een bloedtransfusie nu noodzakelijk. Helaas is het Bpos-bloed op in deze omgeving. In een situatie als deze, waarbij een kindje voor je ogen zijn laatste levenslust verliest, ga je dan nadenken om zelf bloed te geven. Ik moet stiekem bekennen, dat ik blij ben dat ik niet dezelfde bloedgroep blijk te hebben als het kindje. Dat bespaart mij verder denken over deze onmogelijke beslissing: het geven van een bloedtransfusie in het AIDS-besmette land Oeganda. De moeder zelf lijkt het niet zo moeilijk te hebben met de situatie. Zij liet vanmiddag de baby rustig alleen achter en ging op weg om wat te eten voor zichzelf te halen. De dokter trof het kindje in zijn eigen poep aan, op het hoge bed waar het zo af kan vallen… Ik heb geen idee hoe het met Emmanuel af gaat lopen. Wat heeft het leven je te bieden, met een start als deze en een moeder die niet voor je zorgt?

Dan nog onze grote kleine vriend Bashal. Ondanks de honderden vraagtekens die we hebben bij de afgelopen periode rondom Bashal (men zegt dat Bashal nooit naar het ziekenhuis is gebracht, een ander zegt van wel, en de dokter beroept zich op zijn zwijgrecht), is er één ding zeker. Bashal zal nooit een normale jongen worden. Moeder denkt er nu over na om Bashal naar een daycare voor gehandicapte kinderen te brengen. Dat is beter voor Bashal en bovendien kan moeder, wanneer zij niet meer de volledige zorg van Bashal op zich heeft, weer aan het werk gaan en proberen voor haar andere kinderen te zorgen. Morgen bezoeken we met moeder en onze vriend het children’s home Arise and Shine.

Vandaag hebben we met onze buurvrouw uit Seeta Nazigo haar zoontje van elf, Gideon, bezocht. Na een paar weken elkaars buren te zijn geweest in Seeta Nazigo, vertelde zij ons dat ze op haar achttiende een zoontje heeft gekregen, dat in een weeshuis woont. Betty is toen niet uit vrije wil zwanger geraakt. Ze heeft Gideon twee jaar geleden voor het laatst bezocht, want geld voor de reis naar het weeshuis (ongeveer tien euro voor een retourtje) heeft ze niet. Al voordat we bij het weeshuis aan kwamen, was ze zo blij als een kind. Natalie en ik hadden de tranen in de ogen toen ze elkaar weer zagen. Ongelofelijk te moeten leven met de wetenschap dat je nog een zoontje hebt, ergens anders. Met de wetenschap dat je niet voor hem kunt zorgen. Met de herinnering dat je hem afstond toen hij drie jaar was. Ze lijken als twee druppels water op elkaar en ook lijkt Gideon op zijn jongere broertje Kato. Ik kan me niet voorstellen hoe ik me zou hebben gedragen, als Betty zijnde. Maar het was leuk, het was mooi. We hebben Betty geld gegeven om Gideon binnenkort nog een keer te kunnen bezoeken.

We zien hier veel ellendige dingen en daar lijkt geen einde aan te komen. Ik weet niet waar het heen moet met Afrika. De mensen zijn mooi en sterk en zorgen voor elkaar. Van de andere kant kunnen ze zich gedragen als wilde dieren; knopen ze een jonge man met zijn polsen aan een paal en pijnigen ze hem zoals bij ons in de middeleeuwen, omdat hij zijn moeder zou hebben geslagen. De stichtingen en fondsen zijn zo hard nodig, maar ik zie ze niet. Ik zie gloednieuwe watertanks van de UN op een vrachtwagen getransporteerd worden, maar mensen lijden. Kennis ontbreekt.

Maar met zijn 5 kilo, op éénjarige leeftijd, vecht Emmanuel voor zijn leven. En dat is -het-grote-voorbeeld-. Waar een wil is, is een weg. En die weg kan met kleine stapjes genomen worden.

Liefs, Diede

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!