doetsjka.reismee.nl

Patiëntjes

Elke ochtend en avond komen Akena, John en hun moeder bij ons. Akena komt vooral voor een boterham, maar eigenlijk komen beide jongetjes voor behandeling tegen ringworm en ondervoeding. Een tijdje terug kwamen we John op straat tegen. Hij liep mank en zijn hoofd zat vol ontstoken wonden. Een van de ergere gevalletjes. Ik had geen idee wat er met het jongetje aan de hand was. Duidelijk was wel dat het kind behandeling nodig had. Moeder vertelde dat ze al met hem naar het regeringsziekenhuis was geweest, maar daar vonden de artsen de behandeling volstaan met twee Panadolletjes. We besloten met John en moeder naar een pas geopend ziekenhuis in de buurt te gaan. Moeder gaf aan dat ook het broertje mee moest omdat hij dezelfde problemen had. Dan is het alleen nog een kwestie van doen: brommer regelen, moeder wast haar voeten in een teil, wast daarna de kinderen in deze teil,kleertjes aan en gaan. Beide jongens blijken al vanaf hun geboorte ringworm te hebben. Na respectievelijk 4 en 2 jaar is deze schimmel zo uit gegroeid, dat hun lijfjes er helemaal vol mee zitten. De kringen zijn open gekrabt door de kinderen en de krab-wonden zijn gaan ontsteken. En dan zijn de rapen gaar als je in een huis van klei woont. De reden dat John niet goed kon lopen, was een voetje vol schimmel. Behandeling: antischimmelzalf en anti-biotica maar daarnaast ook een ontwormingskuur. Met name Akena is namelijk ondervoed. Zwaar ondervoed. Een dikke buik en zijn gezichtje is hartstikke opgezet. Logisch dus, dat hij bij binnenkomst steeds eerst onze tafel afspeurt en vervolgens onze keuken verkent. Moeder geeft de kinderen de medicijnen, maar door ze daarvoor naar ons huisje te laten komen, hebben we zicht op wat ze doet en óf ze het doet. Bovendien zijn het bijna onze buren… Nu, meer dan een week later, zijn de wondjes bijna genezen. De jongens hebben zelfs een knipbeurt ondergaan! Vanavond ontvangt moeder vier-enhalve euro van ons en dit zal ze gebruiken als micro-krediet. Vroeg in de ochtend zal ze naar de boeren gaan om tomaten en andere groenten op te kopen, die ze diezelfde dag huis aan huis zal proberen te verkopen. Met een beetje winst, zal ze kleine visjes en eieren voor de jongens kunnen kopen, om de ondervoeding tegen te gaan.

Vanochtend stond er een vrouw voor onze deur met een kindje dat we direct tot ons nieuwste ziekenhuispatiëntje benoemden. Veel te dun en met grote wonden op de benen. Het kindje, niet veel groter dan een pasgeboren baby, bleek 1 jaar en een maand oud te zijn. En dus sprongen we weer op een brommer, op naar het ziekenhuis. Eerst werd nog de moeder (22 jaar) opgetrommeld. Zij zou de vorige avond aan hebben geklopt bij de vrouw die het kindje, Emmanuel, bij ons bracht. De moeder komt van een heel ander dorp en is op zoek naar onderdak. De vader van het kind, een militair, heeft haar verlaten toen ze zwanger bleek te zijn. De moeder heeft nooit hulp gezocht voor haar zoontje.
In het ziekenhuis bleek dat het kind aan ernstige ondervoeding lijdt. Verder gaf moeder aan dat zowel zij als de baby HIV-positief is. De wonden op de benen van het kind komen door gebrek aan vitaminen. Het kindje lijdt verder aan ernstige bloedarmoede; om te overleven is een bloedtransfusie nu noodzakelijk. Helaas is het Bpos-bloed op in deze omgeving. In een situatie als deze, waarbij een kindje voor je ogen zijn laatste levenslust verliest, ga je dan nadenken om zelf bloed te geven. Ik moet stiekem bekennen, dat ik blij ben dat ik niet dezelfde bloedgroep blijk te hebben als het kindje. Dat bespaart mij verder denken over deze onmogelijke beslissing: het geven van een bloedtransfusie in het AIDS-besmette land Oeganda. De moeder zelf lijkt het niet zo moeilijk te hebben met de situatie. Zij liet vanmiddag de baby rustig alleen achter en ging op weg om wat te eten voor zichzelf te halen. De dokter trof het kindje in zijn eigen poep aan, op het hoge bed waar het zo af kan vallen… Ik heb geen idee hoe het met Emmanuel af gaat lopen. Wat heeft het leven je te bieden, met een start als deze en een moeder die niet voor je zorgt?

Dan nog onze grote kleine vriend Bashal. Ondanks de honderden vraagtekens die we hebben bij de afgelopen periode rondom Bashal (men zegt dat Bashal nooit naar het ziekenhuis is gebracht, een ander zegt van wel, en de dokter beroept zich op zijn zwijgrecht), is er één ding zeker. Bashal zal nooit een normale jongen worden. Moeder denkt er nu over na om Bashal naar een daycare voor gehandicapte kinderen te brengen. Dat is beter voor Bashal en bovendien kan moeder, wanneer zij niet meer de volledige zorg van Bashal op zich heeft, weer aan het werk gaan en proberen voor haar andere kinderen te zorgen. Morgen bezoeken we met moeder en onze vriend het children’s home Arise and Shine.

Vandaag hebben we met onze buurvrouw uit Seeta Nazigo haar zoontje van elf, Gideon, bezocht. Na een paar weken elkaars buren te zijn geweest in Seeta Nazigo, vertelde zij ons dat ze op haar achttiende een zoontje heeft gekregen, dat in een weeshuis woont. Betty is toen niet uit vrije wil zwanger geraakt. Ze heeft Gideon twee jaar geleden voor het laatst bezocht, want geld voor de reis naar het weeshuis (ongeveer tien euro voor een retourtje) heeft ze niet. Al voordat we bij het weeshuis aan kwamen, was ze zo blij als een kind. Natalie en ik hadden de tranen in de ogen toen ze elkaar weer zagen. Ongelofelijk te moeten leven met de wetenschap dat je nog een zoontje hebt, ergens anders. Met de wetenschap dat je niet voor hem kunt zorgen. Met de herinnering dat je hem afstond toen hij drie jaar was. Ze lijken als twee druppels water op elkaar en ook lijkt Gideon op zijn jongere broertje Kato. Ik kan me niet voorstellen hoe ik me zou hebben gedragen, als Betty zijnde. Maar het was leuk, het was mooi. We hebben Betty geld gegeven om Gideon binnenkort nog een keer te kunnen bezoeken.

We zien hier veel ellendige dingen en daar lijkt geen einde aan te komen. Ik weet niet waar het heen moet met Afrika. De mensen zijn mooi en sterk en zorgen voor elkaar. Van de andere kant kunnen ze zich gedragen als wilde dieren; knopen ze een jonge man met zijn polsen aan een paal en pijnigen ze hem zoals bij ons in de middeleeuwen, omdat hij zijn moeder zou hebben geslagen. De stichtingen en fondsen zijn zo hard nodig, maar ik zie ze niet. Ik zie gloednieuwe watertanks van de UN op een vrachtwagen getransporteerd worden, maar mensen lijden. Kennis ontbreekt.

Maar met zijn 5 kilo, op éénjarige leeftijd, vecht Emmanuel voor zijn leven. En dat is -het-grote-voorbeeld-. Waar een wil is, is een weg. En die weg kan met kleine stapjes genomen worden.

Liefs, Diede

Speelgoed

Oeganda is een vuilnisbelt. In vele opzichten. Maar voor de kinderen is dat feest. Wanneer wij een volle vuilniszak hebben, denken we eerst goed na waar we die laten: er moet een geschikte brandhoop gezocht worden voor onze vieze doekjes, lege blikjes, lucifers, pillendoosjes, fruitafval, enzovoort. Het liefst een brandhoop die snel aangestookt kan worden, zodat de buurtkinderen er niet in gaan zoeken. Voor je het weet lopen ze namelijk met je gescheurde onderbroek te zwaaien. Erger nog: vorige week liep een gehandicapte jongen van het terrein in een plastic zakje met daarin een hondendrol van huis-hond Tewo te kneden! Nou snap ik deze kinderen wel. Wat weg gegooid wordt, kan namelijk van grote waarde zijn, een hele schat zelfs! En dat wil ik jullie met deze foto’s laten zien. Kinderen die “slapen” in hun huisje, gemaakt van zakken en gemaaid gras. Naast hun “huis” een geparkeerde auto: een kapot gesneden jerrycan, die voort getrokken kan worden aan een touw. Of een speelgoedauto van een leeg doosje en dopjes. En anno 2013 rennen de kinderen hier nog steeds met stokken achter een wiel aan, met het grootste plezier. En dat snap ik, want het is niet zomaar een wiel, maar een heuse Toyota, of Isuzu!

Een meisje zorgt voor haar voddenpop. Andere meiden maken zich mooi met een pruik van nep-haar dat bij onze huisgenote Ellen ingevlochten was, maar er na een tijdje uit moest. Een hoedje van plastic kan ook goed staan.
Een houten step, met slippers als rem. Muziek maken met stokken, op een zelfgemaakte xylofoon en een jerrycan. Daarna heerlijk uitrusten in een zelf geknutselde klamboe. De kinderen van Oeganda maken de wereld mooier.

Liefs, Diede

Verhuizen

Woensdag namen we afscheid van Seeta Nazigo. Van de ongerepte natuur, van de waterstroompjes, van onze guard, van de buren, de school, van de mensen die ons hart hebben veroverd. De dag voor vertrek hebben we koningsdag gevierd. De jonge feestgangers kwamen in hun mooiste kleren. Volgens hun ouders telden sommige kinderen al een week lang de dagen af. Vol verwachting gingen ze op het gras in onze tuin zitten. En toen begon het! Koek happen, snoep happen, rood-wit-blauw-schmink en oranje nagellak. Wat een feest! Onze vriendin (juffrouw van het schooltje) Sylivia had de taak op zich genomen om 5 kilo rijst en 3 kilo bruine bonen klaar te maken. Volgens Sylivia en haar collega Harriet, was houtskool te duur om het vuur op te stoken. Dus liepen ze \'s ochtends al enkele kilometers om kaphout te halen.

Natalie en ik stonden voor een andere taak. Meneer Stephen, de headmaster van de school, had ons gevraagd om samen met hem een vriend van hem te bezoeken. Omdat meneer Stephen ons en het project van het Lejofonds de laatste dagen zo tegemoet was gekomen, besloten we op zijn verzoek in te gaan. Na dagen van beraad, heeft hij namelijk besloten zijn schaamte wat betreft het dragen van slippers op school opzij gezet! Vanaf nu zal ter bescherming van de voeten van de kinderen, het dragen van slippers worden toegestaan. Hopelijk kunnen hiermee veel problemen voorkomen worden en het Lejofonds gaat proberen om goed schoeisel voor alle kinderen van de school mogelijk te maken. Schoenen hebben vanwege het jigger-probleem natuurlijk de voorkeur.
Wat betreft de vriend van meneer Stephen bleek het te gaan om een man van vijftig, die al een jaar met AIDS op bed lag. We vroegen ons af wat wij als leken voor zo\'n man konden betekenen. Hij gaf zelf het antwoord: hij wou graag geld voor voedsel. Ondanks de Koninklijke feeststemming van die dag, ging dit feest voor hem niet door! Deze man en zijn vrouw, bleken namelijk nooit de moeite hebben genomen om hun kinderen op HIV/AIDS te testen, terwijl ze zelf beiden besmet- en onder behandeling zijn. Tientallen excuses, smoesjes. Ongelofelijk dat men er wederom voor kiest zichzelf (en hun schaamtegevoel) boven het leven van hun kinderen te plaatsen. Ondanks dat deze man dus al een jaar op bed ligt, is het hem en zijn vrouw wel even gelukt om nog een baby te produceren, die nu twee maanden oud is! Ook Stephen was geschokt; hij wist niet dat de kinderen van zijn vriend niet getest waren. Omdat hij voor een neefje zorgt dat op zijn tweede meer dood dan levend ten gevolge van HIV bij hem is gebracht, weet hij het belang van de zaak. Samen maakten we de man duidelijk dat het schandalig is om hulp te vragen aan anderen, terwijl hij zelf in alle bewustzijn fout na fout maakt. Fouten die hij niet recht wil zetten. Ook nu waren hij en zijn vrouw niet bereid om hun kinderen te laten testen. Na veel gepraat lukte het ons dan toch om nog diezelfde dag zijn vrouw met de aanwezige kinderen naar het ziekenhuis, 10 km verderop te sturen. En laat in de middag, sloten ze zich op verzoek van meneer Stephen aan bij ons feestgedruis (en rijst en bonen), om ons de uitslag van de tests te melden. Gezien de man (en dus zijn vrouw) sinds 5 jaar besmet zijn, zijn de kinderen van boven die leeftijd gezond. Maar het meisje van twee-en-half is de pechvogel. En de baby waarschijnlijk ook. We zijn nog in afwachting van de testresultaten; om de een of andere reden duurt het bloedonderzoek bij deze kleine langer. Moeder leek niet onder de indruk te zijn en genoot van de rijst met bonen. De twee maanden oude baby voerde ze avocado en limonade.

Onze grote en kleine vriendjes genoten! En wij dus ook, van deze laatste dag in Seeta Nazigo. De dag daarna brak het grote afscheid aan. Sylivia huilde. Onze grote kleine vriend Addison huilde. En wij huilden. Het raakte me enorm dat onze aanwezigheid zoveel voor deze mensen heeft betekend. En dat zij achterblijven in een wereld van grote armoede. In een kleine wereld, omdat er voor hen geen geld is om de wereld buiten het dorp te verkennen. Het vooruitzicht naar ons huisje in Mpummudde, met wc, douche, kraan en stroom, woog niet op tegen de liefde van deze mensen.

Het is wennen om nu weer in Mpumudde te zijn. De drukte van de stad in vergelijking met de rust van het dorp. De gehaaide stadslui in vergelijking met de bescheidenheid van de mensen in het dorp. Het niet kunnen ontsnappen aan de stokslagen die de buurvrouw haar dochtertje geeft. Het is voor het eerst dat ik werkelijk niet meer tegen het leed kan. Gelukkig vormen Natalie, Ellen (woont bij ons in het huisje in Mpummudde) en ik een drie-eenheid die dit kunnen delen. We hebben besloten een paar dagen rustig aan te doen en hopelijk nemen de mooie dingen dan weer de overhand. Zoals de broertjes Jazidi en Banda die nu lekker naast me zitten te kleuren. En zoals John, een ex-straatjongen die we al kennen van onze vorige Oeganda-reis, die net kwam vragen wanneer we samen gaan zwemmen. Dus morgen zwem ik alles van me af!

Veel liefs,

Diede

Lydia en Yowano

Elke dag komt een aantal kinderen van de school langs om gedag te zeggen, te kijken wat je aan het doen bent, of hopende op een koekje. Zo ook Lydia, bevriend met ons buurmeisje Gertruda. Samen met hun vriendinnen stonden ze ons op een rijtje te bekijken. Er is moeilijk met hen te communiceren, omdat we nog niet echt gevorderd 'Luganda' (een van de ongeveer 30 talen in Oeganda) spreken. Maar toen ik naar een wond op Lydia\'s voet wees met een uiterst vragend gezicht, was dit duidelijk genoeg voor haar vriendinnen om op haar hak te wijzen: een grote open wond, waarin de vliegen feest vierden. Voor nadere informatie haalden we onze buurvrouw Betty erbij. Zij gaf aan dat de wonden zijn ontstaan door een huidinfectie door slechte hygiene. Het komt hier veel vaker voor. Mensen wassen zich praktisch niet, en de meeste kinderen lopen dan ook rond met schurft en huidaandoeningen.
Lydia had zichtbaar pijn, ze probeerde de steeds terugkerende vliegen weg te jagen en verborg haar voeten onder haar rok. Via Betty vroegen we of ze met ons mee wou naar de dokter; hier moest toch wat aan gebeuren? Het kind loopt notabene per dag 10 km op blote voeten naar school en ook weer 10 km op blote voeten terug! Hoe dichter we met Lydia en Sleevia (een van de juffen van de school) bij de dokter kwamen, hoe banger ze werd. Niet onterecht; bij de 'clinic' (een hut in het dorp), werd ze over het been van Sleevia gelegd en werden de wonden schoon gemaakt. Ze schreeuwde het uit. Om de aandacht van -de mzungu\'s met het schreeuwende kind- af te leiden, haalden Natalie en ik wat te drinken en een koek voor het patientje, en een paar slippers. Lydia kreeg nog een injectie in haar bil en er werd gezegd dat ze de komende drie dagen voor behandeling terug moest komen. Totale kosten: 10 euro. Nog banger dan voor de dokter was Lydia nu echter voor haar oma, bij wie ze woont. Omdat ze zo laat thuis zou komen, zou ze wellicht geslagen worden. Om het zekere voor het onzekere te nemen, besloten we haar per brommer thuis te brengen. Samen met Sleevia en een andere juf, Harriet, die zich ook aangesloten had. Natalie, ik en bestuurder op de ene brommer, en Lydia, Sleevia, Harriet en bestuurder op de andere brommer. Na een tocht door de jungle arriveerden we bij oma thuis (Lydia\'s moeder is overleden en voor oma is een hulpje wel handig). Oma was dankbaar. Sleevia vertaalde de feiten. Ook gaf Sleevia aan dat het wellicht raadzaam is om ook wat aan de tenen van de man op het terrein te doen. Ons oog was al gevallen op de oude man, met teennagels van 4 cm en 'jiggers' (soort larven) in zijn tenen. De reden dat hij van die weerzinwekkende teennagels heeft, is volgens de vrouw dat ze te hard zijn geworden om met een scheermesje af te snijden. En geld voor iets anders dan een scheermes...dat is er niet.
De man, Yowano, bleek vroeger een werknemer van de familie te zijn geweest. Nu is hij te oud om te werken, maar heeft hij geen geld om terug te gaan naar zijn geboortedorp ver hier vandaan. Hij spreekt niet eens goed de taal van hier! Toen oma in het weekend volgens afspraak te voet met Lydia naar de kliniek hier kwam (petje af!), hebben we haar een schaar mee gegeven om aan de slag te gaan met de 'guinnessbookofrecorsteennagels' van Yowano. Toen we een paar dagen later weer bij Yowano, Lydia en oma arriveerden, bleken ze hun werk te hebben gedaan. Maar nu de nagels gekortwiekt waren, waren de gangen die de jiggers in iemands huid graven, nog beter te zien. In de stad zijn we op zoek gegaan naar medicijnen. Wat blijkt? Die bestaan niet! Jiggers is een groot probleem in Oeganda, maar er is alleen een anti-insecticide verkrijgbaar om het probleem aan te pakken. Daarmee zijn we toch maar aan de slag gegaan. En Yowano is dankbaar. Yowano zegt: God bestaat dus toch nog! Yowano blijkt acht-en-tachtig jaar oud te zijn! En dus besluiten we dat er grote haast is, om zijn enige zoon in zijn geboortedorp op te zoeken, en Yowano 'naar huis' te brengen. Een clan-lid, Simon, die toevallig in de buurt vanYowano en oma woont, helpt ons hierbij. We geven hem beltegoed en hij doet zijn best om familie van onze lieve opa op te sporen. Tot nu toe zijn er bekenden gevonden, maar de zoon (inmiddels ook bejaard) blijft spoorloos. We houden hoop en dit is het meest zichtbaar in de ogen van Yowano. Hij straalt!

De voeten van Lydia zijn inmiddels helemaal hersteld. Een klein succesje dus, hoewel het probleem de wereld niet uit is. Geld voor zeep is er bij Lydia nog steeds niet, dus de oorzaak is niet weg genomen. We hebben oma gevraagd om naar de meetingen van het Lejofonds (geitenproject) te komen. Wellicht kan zij daarbij betrokken worden en kan ze er inkomsten uit halen. Maar ook de andere kinderen die we zien hebben vieze voeten. Blote voeten, die elke dag kilometers lopen. Ons idee om slippers te sponsoren haalt niks uit. Overal krijgen we te horen dat slippers niet getolereerd worden op de school. Ookal hebben verschillende kinderen thuis gewoon slippers! Maar alleen schoenen of blote voeten zijn toegestaan, ondanks alle problemen die hierdoor veroorzaakt worden. Schoenen zijn immers voor de meerderheid te duur. Navraag bij meneer Stephen, de directeur van de school, zorgt voor nog meer vraagtekens. Hij zegt namelijk dat het bij de wet verboden is om slippers op school te dragen; dit zou de dresscode zijn. Nu weet ik al langer dat de regering er hier meerdere vreemde ideeen op na houdt, maar dit is toch weer te gek. Weer in gesprek met Stephen. Hij draait al een beetje bij. Wie weet....?

Nou, wat een zweetvoetenverhaal! Dat is (gelukkig) niet het enige waar we ons mee bezig houden. We hebben de Bisshop West School for the Deaf bezocht. Een school voor doven, maar ook kinderen met een handicap kunnen er terecht. Een bron van geluk voor de kinderen die er naartoe kunnen en een sprankje hoop voor Oeganda. De kinderen leren er buiten de normale lessen ook koken, matten vlechten, schoenen maken, enzovoort. Op deze manier kunnen ze zich wellicht staande houden in een wereld die soms geen plaats lijkt te hebben voor mensen die 'anders' zijn. Hopelijk is het zelfs een optie voor ons vriendje Bashal in de toekomst?

Ook hier in het dorp maken we steeds meer vriendjes. Vorige week zijn we met een aantal leerkrachten en de buurvrouw naar een optreden in de straat geweest. Ze waren door het dolle heen, want zelf konden ze het zich niet veroorloven om er naartoe te gaan. En toen de mzungu\'s een voor een het podium op werden getrokken, was natuurlijk het hele dorp door het dolle heen. En hier is het ons kent ons! Dus werden we nog vaak aangesproken over ons 'debuut'. Zelfs na Natalie\'s nachtelijke voedselvergiftiging (die tot in de verre omstreken te horen was en door onze guard uitgebreid toegelicht werd op school), en glijpartij in de modder werden we van alle kanten aangesproken. Onze buren hebben al meerdere keren een feestmaal voor ons gekookt. Dapper eten we dan alles op en drinken we zelfs een glaasje sloot-sap. Tot nu toe hebben deze diners gelukkig niet voor buikproblemen gezorgd! Echt heel leuk dat de mensen onze aanwezigheid hier echt waarderen.

Ik zelf kan de aanwezigheid van mzungu\'s zeker niet altijd waarderen. Sterker nog, ik heb me deze week verschrikkelijk boos gemaakt. Simon, het clan-lid van Yowano, bleek op het terrein te wonen van een Engelse piloot. Hij wou ons graag een rondleiding geven door de tuin van deze man. Alsof men zich in Oeganda in een paradijs waant! Een enorme tuin, die bijgehouden wordt door 17 (!!) werknemers. Een huis met keuken, logeerkamers, gebedsruimte, zonnepanelen en watervoorzieningen (zelfs om de tuin te sproeien!!!!). De werknemers wonen met hun gezin op een afgescheiden stuk van het terrein, in... hutten. Met hongerbuiken. En de Engelsman? Hij beschouwt het paradijs als vakantiehuis en bezoekt het welgeteld twee weken per jaar. Voor de rest is de villa onbewoond. Ik schaam me voor mijn mede-Europeanen die deze prachtige mensen zo uitbuiten, voor hun eigen plezier.

Zelf hebben we deze maand heel anders doorgebracht dan deze vervelende Engelsman. Ons verblijf zonder wc, stromend water en stroom zit er alweer bijna op. Ons is duidelijk geworden hoe moeilijk het leven voor de mensen hier is. En vaak ook hoe uitzichtloos. Mensen nemen het leven zoals het hun is gegeven. Landelijk wordt de kinderen voor het schoolexamen een vraag gesteld: wie heeft de aarde geschapen? En dat is in hun ogen niet de oerknal, maar die meneer daarboven. Als dat inderdaad zo is, wil ik hem graag vragen wat meer op de mensen hier te passen. Bij deze.

Hopelijk gaat met jullie alles goed!

Heel veel liefs,

Diede


Nieuwe bestemming

Seeta Nazigo

Vanuit Mpumudde zijn we afgelopen week verhuisd naar Seeta Nazigo. Een dorpje op 15 kilometer afstand van een stad. Maar je zou denken dat je hier aan het einde van de wereld leeft. Dat is prachtig: een oerwoud in je achtertuin! Samen met de buurvrouw en haar zoontjes de natuur in om vruchten te plukken en bananentrossen te snijden, vogels naast je huisje waarvan je het bestaan niet wist, Natalie kookt buiten op de stoof (bof ik even)... Het is hier net jungle-book. Dat betekent dus ook: geen stroom, geen wc, geen water (en op de markt vind je met het grootste geluk slechts kool, tomaten, rijst, eieren).
Op het schooltje in de buurt kunnen we soms gebruik maken van de accu op zonne-energie. Toiletteren gebeurt boven het gat in het hok op 20 meter afstand van ons huisje. En \'s nachts boven een emmer, want dan kun je beter binnen blijven. Dat doen de meeste mensen hier. Maar op advies van de bevolking hier hebben wij hier \'s nachts ook nog een guard (genaamd Joseph, uitgerust met een zaklamp, pijl en boog) tot onze beschikking. En dus kun je het beter niet in je hoofd halen om in het donker op pad te gaan, want voor je het weet ben je het doelwit van Joseph. Naast Joseph is onze guard Tewo nog steeds in ons bijzijn: we hebben de puppy maar gewoon mee genomen!
Omdat wij vrijwilligerswerk doen voor de school God\'s Glory, moeten de leerlingen voor ons water halen. Dat vinden we toch echt te erg: kinderen van 10 jaar die met een jerrycan van 20 liter op hun hoofd moeten lopen zodat wij ons kunnen wassen. Dus lopen we mee. Stukje over de weg, afdaling in de natuur en dan kom je bij een pijpleiding waar het grond-/rivierwater (?) uit komt. De kinderen willen vaak niet dat we ze helpen, maar het is niet om aan te zien hoe ze letterlijk gebukt gaan onder de jerrycans. Omdat we zelf mee lopen, hoeven de kinderen die ons helpen geen ton van 20 liter, maar 10 liter te dragen. En wij dus ook. Tot op heden lukt het me niet om de hele route 20 liter op de schouder te dragen, maar dat is een goeie uitdaging voor de komende maand. De kinderen doen dat meerdere keren per dag voor hun ouders. Wat ben ik toch in de watten gelegd vroeger!

De kinderen (en volwassenen) hier zijn geen mzungu\'s gewend. Ze zijn allemaal heel erg bescheiden en verlegen en het is niet de eerste keer dat er een kind in huilen uit barst wanneer je te dichtbij komt. Naast ons woont Betty, een moeder met drie kinderen: een tweeling van vijf jaar en de kleinste is 3 jaar. We hebben de kinderen een plastic speelgoedbeest gegeven en daar zijn ze al een week zoet mee. Dat is waarschijnlijk het eerste speelgoed dat ze hebben gezien en de dieren worden overal mee naartoe genomen, aan een touwtje in een boom gehangen, in het bos verstopt, rond gezwaaid, enz. Na het spelen worden de dieren opgeborgen in de kapotte buitenkant van een oude radio.
De vader van de kinderen is overleden, nadat hij een lichte vorm van malaria had. Betty probeert te leven van de bananen uit eigen tuin. Een speciaal soort banaan, matoke, is hier in gekookte vorm een hoofdgerecht. Ze mag gratis wonen in het huisje, wat eigenlijk van haar zwager is. De tweeling gaat naar de creche en daarvoor betaalt haar zus. Betty is echt een schat, ondanks dat ze zelf niks heeft, komt ze ons elke dag tracteren op suikerriet, bananen, vruchten... Gisteren kon ze haar vinger niet meer bewegen en was deze gezwollen. Geld voor de dokter (1 euro 50) had ze niet. Noodzaak om naar de dokter te gaan was er wel: als bijverdienste vlecht ze matten van een soort gras, waar alle vingers dus voor nodig zijn! Daar komt het mzungu-geld goed van pas: Betty is naar het ziekenhuis 20 meter verderop gegaan en is nu een zalfje rijker. De vinger slinkt zienderogen. Natalie en ik drukten haar op het hart om niet te zeggen dat het geld voor de dokter van de mzungu\'s komt. We zijn er achter gekomen dat de doktoren hier blanken vrezen, of als geldezel zien. Onze kleine vriend Bashal is ook door ons met zijn moeder op kosten van alle gulle gevers naar een ziekenhuis gestuurd. Daar verblijft hij nog steeds. Het onderzoek is afgerond en de behandeling van zijn epileptie is gestart. Er schijnt in het ziekenhuis een journalist van de radio te zijn langs geweest. Die vroeg uitgerekend de moeder van onze Bashal hoe zij aan het geld voor de behandeling komt. Omdat nu in het hele land te horen was dat twee blanken hiervoor betalen, werd ons op het hart gedrukt de behandeling nu niet te staken. We vonden het bedrag eigenlijk te hoog oplopen: op een keer kan de geldezel geen geld meer poepen. Maar er werd benadrukt dat iedereen 'embarrassed' zou zijn als we Bashal nu naar huis zouden sturen. Dus hebben we nog weer de nodige shillings bij gelegd en kijken er naar uit om Bashal na de behandeling van twee weken weer in zijn eigen woonplaats te ontmoeten, hopelijk niet meer in de kooi?

Inmiddels zijn we nu al bijna een week in dit dorpje en worden de mensen steeds enthousiaster over deze twee 'witten'. We zijn druk bezig met het verven van God\'s Glory. We verven o.a. de boarding ruimtes (slaapkamers van kinderen die intern zijn). Dit doen we voor het Lejofonds, die ons aan deze bestemming geholpen heeft. Het verven vreet nogal wat energie en daarbij lijkt het hier nog veel warmer dan waar we eerst verbleven. De mensen en kinderen zijn dankbaar. Van de schoolkinderen kregen we als dank wel meer dan 40 avocado\'s! Uitdelen dus weer...
Het regent hier bijna niet en de zon brandt alsmaar, ook al is het eigenlijk het regenseizoen. Vanochtend zag het er naar uit dat het bewolkt (en dus wat frisser) zou blijven, maar ook op deze zondag spaarde de zon ons niet. Gelukkig konden we achterop de brommer wat uit waaien. Vandaag zijn we namelijk op de boda boda naar de stad gegaan om de dag door te brengen met onze mukwano\'s (vrienden) die ons kwamen bezoeken. Zowel Ellen (uit Nederland) als Jones (uit Oeganda) keken hun ogen uit hier in dit gehucht. Omdat er hier in dit dorpje heel weinig te verkrijgen is, hebben we meteen de kans gegrepen om in de stad wat te eten. Hier 'thuis' eten we vooral gekookte banaan en rijst, met ei (en noodles uit de stad). Bovendien delen we met wie er maar in de buurt is. Het is echt hard, maar zelfs ons buurjongetje Jeesa heeft een hongerbuikje. Ookal is het ventje volgens mij hartstikke gelukkig, ik heb hier toch veel moeite mee.

Het is nu avond en we hebben een heerlijke zondag achter de rug. De buurvrouw is gelukkig omdat ze haar haar met onze shampoo heeft mogen wassen, de guard heeft zich verschanst onder een bananenblad voor ons huisje, en ik geniet omdat ik dit land mag meemaken.

Veel liefs,


Diede

Bashal

Lieve mensen,

het is me dan toch overkomen. Ik ben grenzeloos verliefd. Op Bashal.
Bashal is een jongetje van 4 jaar oud. Toen hij een paar maanden oud was, kreeg hij last van een soort epileptische schokken. En daarom is hij nu zoals hij is. En omdat hij is zoals hij is, en in Oeganda woont, leeft hij in een hok. Anders loopt hij weg. Bashal kan niet praten en zijn benen worden, omdat hij steeds in het hok zit, te zwak om goed te lopen. Maar Bashal is blij. Bashal lacht en deelt knuffels uit. Niet vaak hoor, want aan Bashal besteden de mensen weinig aandacht. De kans is volgens de Oegandezen namelijk groot dat wanneer je Bashal aanraakt, je zelf ook een gehandicapt kind krijgt. Maar mijn aandacht werd meteen getrokken door het jongetje in het hok, met zijn enkel vastgebonden aan een touw. De moeder van Bashal maakte het hok op mijn verzoek open en Bashal en ik waren vriendjes. Ik geloof echt dat de moeder voor Bashal doet wat ze kan. Hij had goede kleertjes aan, zag er goed uit en was lekker schoon. \'s Nachts slaapt hij in huis. Bovendien durfde mama er voor uit te komen dat ze de moeder is van dit kind. Ze toont hem in het openbaar, wat uitzonderlijk is. Terwijl we spraken en Andrew voor me vertaalde, werd ze uit gelachen. Onduidelijk is wat de diagnose is van het jongetje. Hij krijgt geen medische zorg, want door de streekziekenhuizen werd verteld dat er niks voor Bashal te doen is. Andere ziekenhuizen zijn te duur. Ik heb met Andrew besloten er achter aan te gaan. Morgen brengen we hem in elk geval een knuffelbeer en wat ander spulletjes. Nu ligt er in het hok slechts een jute zak. Praten doet Bashal niet, maar hij doet jullie vast de groetjes.

Liefs,

Diede

Van alles! 2013

Lieve mensen!

Meer dan een week voorbij... Het voelt alsof ik hier al weken ben. Ik weet dan ook niet waar ik moet beginnen met schrijven! Ik zit nu in ons huisje in Mpumudde. In dit dorpje waren we de vorige keer ook. Leuk om de mensen van onze leeftijd weer te zien; een paar dagen terug hebben we hier 'Hollandse pot' met hen gegeten. Ze verschillen zo weinig van ons! Alleen vinden ze volgens mij ons eten niet smaken (en dat is stiekem wederzijds).
De eerste dag dat ik hier was kreeg ik te horen: \'Diede, you\'ve grown fat!\', maar dat moet ik als een compliment zien... Ook met onze kleine vriendjes gaat het weer als vanouds. Dat betekent dat ze het liefst de hele dag voor je deur zitten, dat we kegelen met lege flessen en een vocado, samen dansen, de polonaise lopen en liedjes zingen... Ik probeer ze enthousiast te maken met een Engelse versie van: \'Kitekuma mag een liedje zingen troe lala, troe lala! Hij is met zijn kontje in het waaaater gevallen, falderalderiere!\' - en dat zit er al aardig in. Vanmiddag assisteerden de kinderen mij bij het wassen van m\'n kleren. Nadat ik de laatste broek uit het sop haalde, trok Paolo zijn kleren uit, dook de emmer in en begon zich te wassen! De andere kinderen volgden en de meiden moesten natuurlijk een eigen emmer en eigen hoekje hebben om te baden. De kinderen zijn in anderhalf jaar amper gegroeid, maar ze spreken stukken beter Engels en dat is leuk!

De eerste dagen in Oeganda voelden m\'n ledematen alsof ik na een warme dag een paar biertjes zou hebben gedronken. Nou is dat niet het geval, maar het is echt wennen aan de hoogte hier, en de temperatuur (\'s nachts ongeveer 27 graden, overdag in de 30...). Maar intussen gaat dat stukken beter en ik kan me echt niet meer voorstellen dat het bij jullie sneeuwt! Toch herinnert de bevolking ons er aan dat we pas net uit Nederland komen: we zijn echt witter dan wit! En dus horen we constant: mzungu byeee! (hallo witte).

Afgelopen zaterdag gingen Natalie en ik in de matatu (klein busje met heel veel mensen) naar Mukono. Dat is de stad in de buurt van het dorpje waar we de maand april gaan doorbrengen om mee te doen aan het geitenproject. Daar ontmoetten we Herma en Leo (uit Nederland), hun dochter en Daniel (coordinator van het geitenproject). Hartstikke aardige man die we nog vaak zullen zien. De grote dag was aangebroken: er zouden in het dorpje Nkokonjero maar liefst 22 geiten uitgedeeld worden aan mensen die in grote armoede leven. Over hobbels en door kuilen gingen we op weg. Op 15 km afstand van de stad Mukono ligt Seeta Naziko en daar zullen Natalie en ik die maand wonen. We stopten even om de bouw van een schooltje, gesponsord door het project, te bekijken. Mister Spencer, de headmaster van het schooltje, was erg blij met de visite en het hele bezoek duurde natuurlijk weer langer dan verwacht. Uiteindelijk reden we dan toch verder naar Nkokonjero. Enkele geiten stonden al klaar op de plaats van bestemming. De Oegandezen, die de geiten zouden ontvangen, kregen eerst een toespraak. Ondertussen kregen de geiten een oorlabel van Daniel, wat af en toe een flinke geitenbrul opleverde. Op de oorlabels staan de namen van mensen die de geiten gedoneerd hebben. Dankjewel Jolo, Kitty, Oma Joke, Bertie, JanuutKuuk, Wittegeiit (is per ongeluk Wittegeit geworden) en Pijk! De beesten hebben een hele goede bestemming gevonden, foto\'s aan de gulle gevers volgen! Na de feestelijkheden werden we uitgenodigd om bij de ex-burgemeester van het dorpje en zijn vrouw te komen eten: Oegandese schaft! Prachtig om de mensen enorme hoeveelheden hartige banaan, rijst en bruine bonen met de hand weg te zien werken. Helemaal uitgeput van deze dag sliepen Natalie en ik in een hotel in Mukono. Een groot bed, een douche... Als verjaardagskadootje van Herma en Leo voor Natalie en mij!

De volgende ochtend namen we afscheid van Herma en Leo, die de rest van het jaar weer in Nederland doorbrengen. Maar het zou geen Oeganda zijn als je niet tegelijkertijd wordt aangesproken door wie dan ook. Deze keer kwam een jongeman van een naastliggend terras bij ons zitten. Hij bleek radioloog (voor echo\'s en botbreuken) te zijn en natuurlijk mochten we een kijkje nemen in zijn praktijk. Wanneer hij rontgenfoto\'s maakt staat hij achter een houten schot en de foto\'s ontwikkelt hij op de wc. Toch is dit een hoopvol stukje Oeganda?

Dezelfde dag reden we weer in een matatu terug naar Jinja. Daar wat gegeten bij een tentje waar we al vaker waren geweest en waar we deze keer geshockeerd werden omdat het meisje van de bediening achter de schermen een (zo te horen nogal flinke) lel kreeg van de baas van het tentje. Vrijwel alle eettenten en supermarktjes in Oeganda zijn van Indiers. Het verschil (o.a. in rijkdom) tussen de Indiers en Oegandezen is groot en de Indiers voelen zich dan ook ver verheven boven de 'zwarten'. Met tranen in de ogen kwam het meisje afrekenen. Ze schudde nee toen ik vroeg: \'are you ok?\'. Dit zijn normale dingen hier, maar ik ben er lang van in de ban geweest. Vandaag liepen we langs het eettentje en het meisje kwam op ons af gerend voor een goeie omhelzing. Ze had haar haar laten doen (van onze abnormale fooi?) en vertelde dat ze wel in het eettentje moet werken omdat ze geen ouders heeft, maar dat de baas wel goed voor haar is en dat ze niet moet stelen... Eh, oke?

Er zijn een paar dingen veranderd hier. Er rijden in tegenstelling tot de vorige keer grote bussen in plaats van alleen maar matatu\'s. Hier in Mpumudde zijn enkele straatlampen en kraantjes geplaatst, maar voor water moet je nog steeds betalen. Gelukkig verandert de vriendelijkheid van de mensen niet. Je voelt je zo thuis hier! Wat ook niet is veranderd (en terecht) is dat we steeds gruwelijk afgezet worden. Maar uiteindelijk gaat het maar om centen en hebben we er vaak het grootste plezier mee. Zoals een paar dagen geleden, toen we 3 keer te veel moesten betalen een de boda-(brommer)rijder. De hele rit was al hilarisch, vond ook hij, en toen we arriveerden en het bedrag te horen kregen zei ik: \'ok, but then we want an extra ride!\'. En daar gingen we, rondje om de markt!

Een paar dagen terug besloten Natalie en ik onze overburen te gaan begroeten. De vrouwen staan hele dagen in een grote bak met spul te roeren. Dat blijkt iets te zijn waar drank mee gestookt wordt. En... Natuurlijk moesten we een glaasje proeven. We besloten even aan de drank te likken, want zelfgestookte drank, waar hoor je niet de beste verhalen over. Het smaakte goed en de mensen vonden het prachtig. Die dag hebben we ook een wandeling gemaakt om te ontdekken hoe er geleefd wordt in het dorpje waarin we wonen. Ongelofelijk dat er op 5 minuten van ons huisje mensen in zulke grote armoede leven. We strandden even bij kennissen van Jones, die met ons mee liep. Een man met zijn twee (zwangere) vrouwen en 14 kinderen. De kinderen zonder kleren en met opgezette ei-wit-te-kort-buikjes. Allen op de grond rondom een pan met wat zoete aardappels erin. De volgende dag gingen we terug met wat kleren. De oma van het gezin, dat daar ook woont, trok mij aan m\'n arm mee hun hut in. Ik mocht op het verzakte bed gaan zitten (de hut is niet groter dan 2 bedden, waarop ze met z\'n zes man slapen) en ze vertelde van alles wat ik niet kon verstaan. Ik vroeg aan Jones waarom ze me mee naar binnen had genomen. Ik verwachtte dat het er om zou gaan, dat de vrouw duidelijk wou maken dat ze geld nodig heeft voor haar gezin. Niets bleek minder waar. Ze wou me haar 'huis' laten zien, om me te vertellen dat ik altijd welkom ben, als ik in de buurt ben!!

Er is hier in Mpummude een baby van 3 weken oud (daarmee stond ik al op de foto op deze site!). Zijn moeder is 18 jaar oud, toen we in 2011 hier waren had ze ook een baby, die nu ergens anders woont omdat ze er niet voor kan zorgen... Alle kinderen slepen voortdurend met die baby rond, wat een poepie!
Ook ontmoetten we hier op het terrein de vrouw van een man die we nog van de vorige keer kenden. Ze was hoogzwanger van een tweeling. We verrasten beide dames met een baby-pakketje: kleine klamboe, kleertjes, knuffeltje. De toekomstige vader van de tweeling was door het dolle heen. Enkele dagen later kregen we te horen dat de tweeling geboren was: een jongen en een meisje! We stonden er van te kijken dat ze al zo snel uit het ziekenhuis waren en besloten de volgende dag naar het kroost te gaan kijken. Die avond kregen we echter een smsje van een van de jongens hier, dat een van de baby\'s was overleden. Hoe kon dat? Veel onduidelijkheid. Wachten tot de volgende dag...
De volgende dag (gisteren), kwamen de twee broers van het terrein bij ons zitten om over het gebeuren te vertellen. De moeder bleek, ondanks dat het hier verplicht en gratis is, nooit door artsen te zijn gezien tijdens de zwangerschap. De bevalling heeft blijkbaar niet in het ziekenhuis plaats gevonden, maar bij een 'oude vrouw die er verstand van heeft'. De baby\'s hebben na hun geboorte nooit enige zorg gehad. De moeder kon geen melk geven en de baby\'s kregen op advies van de vrouw de eerste uren na hun geboorte af en toe een lepel water met glucose omdat de moeder geen melk kon geven. Verschrikkelijk dat er door de actie van zowel de vader als de moeder als die vrouw, een baby is gestorven. En waarom?? Een mogelijkheid is het willen ontwijken van de bloedtest (o.a. op HIV/aids) in het ziekenhuis. Of wilden ze de kinderen eigenlijk niet? Feit was dat ze ook met het andere kindje, het meisje, niet naar een dokter wilden, ondanks dat het broertje al was overleden. Bijkomende factor was dat wanneer ze zich nu bij het regeringsziekenhuis zouden melden, de mogelijkheid bestond dat ze gearresteerd zouden worden wegens nalatigheid m.b.t. de baby\'s. Dan zouden ze met baby en al in de cel belanden en ook dit zou voor het kind geen oplossing zijn. Natalie en ik begrepen dat er echt niets aan te doen was... Maar toen we hoorden dat het kind geen melk kreeg, sprongen Natalie en ik achterop een brommer en scheurden naar de stad om daar (met toestemming van de broers) een flesje en poedermelk te halen. Nog geen half uur later dronk het kind haar eerste melk, uit de fles, meer dan 24 uur na haar geboorte. Achteraf hoorden we dat deze snelle actie de familie hier op het terrein nog eens had aangespoord om met de vader en moeder van het kind te praten, en besloot moeder toch met het kind naar het ziekenhuis te gaan. Gezien niemand wist hoe je met een fles of poedermelk om moet gaan, en patienten zelf voeding mee moeten nemen naar het ziekenhuis, gingen Natalie en ik mee. Wachten, nog eens wachten, de baby nog een keer een paar slokjes melk geven en toen mochten moeder en baby naar de dokter. Om een arrestatie te vermijden is een ander verhaal verteld dan het ware. In elk geval werden moeder en baby opgenomen in het ziekenhuis en zag het meisje er na een of andere injectie al beter uit. Eind goed al goed?

Vandaag kwam Daniel ons bedanken, en hij zei: \'God gave me a child, and he took the other one\'. Nog steeds geloven Natalie en ik niet wat hij allemaal zei. Het voelt ook heel vreemd om van hem eerst de indruk te hebben van een spontane, enthousiaste, aanstaande papa, en dan dit... Zijn verhaal over het vermijden van de dokter verandert met het uur. Daarnaast zegt hij geld nodig te hebben voor voeding voor de moeder. Zijn geld is op vanwege de begrafenis van het jongetje. Natalie, de familie en mij gaat het om het meisje. Ons is gevraagd om morgen naar het kindje in het ziekenhuis te gaan en dat gaan we zeker doen, vlak voor onze 4-daagse safari!!

Heel veel liefs en tot de volgende keer,

Diede

Kort bericht

Lieve mensen,

voor nu houd ik het kort: het gaat goed! :)

Het is heerlijk en we genieten. Zie de paar

foto\'s die ik heb geplaatst, een uitgebreider bericht volgt snel!

xxx